Een verkoopster in een schoenenzaak zit na een operatie in januari thuis. In augustus oordeelt de bedrijfsarts dat ze herstellende is, dat terugkeer in eigen werk wordt verwacht, maar dat de moeizame arbeidsverhoudingen terugkeer in de weg kunnen staan. Ze werkt daarna niet soepel mee aan re-integratie. Hoe loopt deze zaak af voor de werkgever?
Weer aan het werk?
In september verschijnt de medewerkster tweemaal niet op een afspraak met de casemanager. Na de tweede maal schort de werkgever per direct de loonbetaling op. Daartegen protesteert ze schriftelijk, en wordt ze opnieuw opgeroepen voor een gesprek. Dan verschijnt ze wel, maar vertrekt heel snel weer. Begin oktober heeft ze weer een afspraak bij de bedrijfsarts. Die rapporteert dat geen sprake is van ziekte of gebrek, maar van een conflictsituatie. Half oktober gaat ze aan het werk, maar meldt zich na vier dagen ziek.
Begin november komt het UWV op haar verzoek met een deskundigenoordeel. Daarin staat dat ze haar eigen werk niet in de volle omvang, maar wel aangepast, kan verrichten. Partijen wordt geadviseerd te gaan werken aan een geleidelijke urenopbouw. Daartoe nodigt de werkgever haar ook uit. Ze komt even, dan twee dagen niet en vervolgens meldt ze zich ziek. Zowel de bedrijfsarts en als de werkgever berichten haar schriftelijk dat ze nu toch echt haar werk dient ter hervatten. Maar ze komt helemaal niet meer.
Naar de rechter
Dan gaat de werkgever naar de kantonrechter en vordert ontbinding van de arbeidsovereenkomst op zo kort mogelijke termijn, zonder toekenning van een transitievergoeding en een billijke vergoeding.
Volgens de kantonrechter moet de werkneemster gevolg geven aan door de werkgever gegeven redelijke voorschriften en om passende arbeid te verrichten. De werkgever heeft haar correct in staat gesteld werkzaamheden te verrichten conform het deskundigenoordeel. Ze heeft niet onderbouwd dat het deskundigenoordeel van het UWV en het oordeel van de bedrijfsarts onjuist zouden zijn.
De werkneemster ging gesprekken over het door haar gestelde arbeidsconflict uit de weg en ontkende zelfs dat van een echt arbeidsconflict sprake was. In december was de arbeidsverhouding tussen partijen door haar eigen opstelling echter zodanig verstoord dat een gesprek niets meer opgeleverd heeft.
De kantonrechter is van oordeel dat de werkneemster zonder goede grond heeft geweigerd om te hervatten in aangepaste werkzaamheden. Het opzegverbod is niet van toepassing omdat vast staat dat ze haar re-integratieverplichtingen weigert na te komen en de werkgever haar schriftelijk heeft aangemaand tot nakoming van deze verplichtingen of om die reden de betaling van het loon heeft gestaakt.
Uitspraak
De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst per direct wegens het ernstig verwijtbare gedrag van de werkneemster. Ze krijgt ook geen transitievergoeding en geen billijke vergoeding. Ook wordt ze veroordeeld tot betaling van de kosten van de procedure.
Let op: Werknemers die ziek thuis zitten, denken soms dat ze door het arbeidsrecht volledig beschermd worden. Dat is niet het geval. Medewerking aan re-integratie is verplicht.
Volkomen terechte uitspraak