Een directeur van een BV die actief is in de vastgoedsector gaat met zijn auto van de zaak regelmatig naar het voetbalstadion. De BV heeft daar seizoenkaarten en business seats. Voor de auto past de BV geen bijtelling toe. Er volgen naheffingen over vijf jaren van totaal ruim € 90.000, exclusief boete en rente. De BV moet aannemelijk maken dat de directeur op kalenderjaarbasis niet meer dan 500 km per jaar privé heeft gereden. Er ontstaat discussie over de zakelijkheid van de stadionbezoeken.
De Belastingdienst eist dat de directeur concreet aantoont welke deals hij per stadionbezoek heeft gesloten.
De rechter komt eraan te pas. Die vindt dat de Belastingdienst met deze eis veel te ver gaat. Zo’n verzwaring van de bewijslast volgt namelijk niet uit de wet. Het staat voldoende vast dat de directeur alleen naar het stadion ging als hij daar daadwerkelijk contact kon leggen of onderhouden met klanten en potentiële klanten. Daarmee dienen deze ritten bij de berekening van de privékilometers buiten beschouwing te blijven.
Tip: Het verdient aanbeveling bij het inboeken in uw kilometeradministratie een korte, concrete reminder te noteren. Waarom was deze rit zakelijk? Zo helpt u uzelf en uw werkgever voor het geval achteraf fiscaal bewijs nodig is.