Een werkgever krijgt een ontslagvergunning voor een ruim twee jaar volledig arbeidsongeschikte werknemer. Hij zegt de arbeidsovereenkomst op per 1 maart. De werknemer dient op 29 mei een verzoekschrift in bij de rechtbank om een transitievergoeding toe te kennen. Volgens de rechter is dat te laat, want niet binnen drie maanden. Hoger beroep volgt.
De bevoegdheid om bij de kantonrechter zo’n verzoekschrift in te dienen vervalt drie maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Betekent de opzegging per 1 maart dat de overeenkomst op 28 februari eindigt, of op 1 maart? In dat laatste geval zou het verzoekschrift wel op tijd zijn ingediend.
Het Gerechtshof is van oordeel dat de werknemer redelijkerwijs heeft mogen begrijpen dat door het ontslag per 1 maart 2018 de arbeidsovereenkomst eindigde op 1 maart 2018. Per 1 maart betekent immers zoiets als Vanaf 1 maart of Met ingang van 1 maart.
Als de werkgever het dienstverband wilde laten eindigen op 28 februari 2018, dan had hij dat maar duidelijker moeten aangeven, bijvoorbeeld door in de opzeggingsbrief expliciet te vermelden dat daarmee de arbeidsverhouding zou eindigen op 28 februari 2018.
Dit betekent dat het verzoekschrift om toekenning van een transitievergoeding op tijd is ingediend.
Tip: Een ontslagen werknemer kan, als hij een hogere transitievergoeding wenst dan de werkgever wil betalen, binnen drie maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd een verzoekschrift indienen bij de rechter. Na drie maanden kan dat niet meer.