Een steigerbouwer in loondienst kreeg opdracht om steigermateriaal van de derde verdieping van een fabriekshal naar de begane grond te transporteren. Daarvoor heeft hij niet de lift, maar tegen de instructies in de hijskraan gebruikt. Hij raakt daarbij gewond en stelt de werkgever aansprakelijk.
Bewijslastverdeling aansprakelijkheid
De rechter geeft een samenvatting van de rechtspraak rond aansprakelijkheid bij bedrijfsongevallen.
De werknemer dient te stellen en bij betwisting te bewijzen dat hij in de uitoefening van zijn functie schade heeft geleden. In het algemeen zal daartoe voldoende zijn dat het ongeval hem is overkomen op de werkplek, waarbij het begrip werkplek ruim mag worden genomen.
Als vast staat dat de werknemer schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden, is de werkgever in beginsel aansprakelijk, tenzij hij aantoont dat hij niet is tekortgeschoten in zijn zorgplicht.
Slaagt de werkgever er niet in het bewijs te leveren dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan, dan is het causaal verband tussen zijn tekortkoming en het ongeval gegeven.
Hij kan dan evenwel nog aan aansprakelijkheid ontkomen indien hij stelt, en zo nodig bewijst, dat nakoming van zijn zorgplicht het ongeval niet zou hebben voorkomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.
Van bewust roekeloos handelen is slechts sprake indien de werknemer zich tijdens het verrichten van zijn onmiddellijk aan het ongeval voorafgaande gedraging van het roekeloos karakter daarvan daadwerkelijk bewust is geweest.
Beoordelingskader
Beoordeeld moet worden of de werkgever de op hem rustende zorgplicht jegens de steigerbouwer is nagekomen. Daarbij wordt vooropgesteld dat hij als werkgever die maatregelen moet nemen en die aanwijzingen moet geven die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Van een werkgever mag worden verlangd dat hij een hoge mate van zorg betracht, maar die vindt zijn grens in hetgeen redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt.
Voor de omvang van de zorgplicht geldt als uitgangspunt hetgeen op grond van regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden van de werkgever wordt verwacht. De reikwijdte van deze zorgplicht wordt daarnaast bepaald door het ongeschreven recht. Het antwoord op de vraag of de werkgever zijn zorgplicht is nagekomen, is afhankelijk is van de omstandigheden van het geval, waaronder met name de aard van de werkzaamheden, de kenbaarheid van het gevaar, de te verwachten oplettendheid van de werknemer en de bezwaarlijkheid van het nemen van maatregelen.
Toetsing in dit geval
Het ongeval is gebeurd, nadat de steigerbouwer van de hijskraan gebruik had gemaakt. Hij wist dat voor het gebruik van een hijskraan een hijscertificaat verplicht is en dat hij niet over dat certificaat beschikte.
De werkgever heeft de steigerbouwer op zijn eerste werkdag bij deze locatie een Veilig Werk Verklaring Steigerbouw uitgelegd en laten ondertekenen. In deze verklaring staat dat de steigerbouwer niet onbevoegd taken zal uitvoeren of bedrijfsinstallaties, machines en werktuigen zal bedienen. Op de nakoming is tussentijds ook toezicht gehouden.
De werkgever hoefde, om ongeoorloofd gebruik te voorkomen, de hijskraan niet onbruikbaar te maken of uit te zetten of de afstandsbediening uit te zetten. Dat zou bovendien praktisch gezien onmogelijk zijn, omdat deze door veel andere werknemers met hijscertificaat doorlopend werd gebruikt.
De werkgever heeft voldaan aan zijn zorgplicht en is niet aansprakelijk voor het bedrijfsongeval.
Let op: Als vast staat dat de werknemer schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden, is de werkgever in beginsel aansprakelijk, tenzij hij aantoont dat hij niet is tekortgeschoten in zijn zorgplicht. De zorgplicht omvat instructie en daadwerkelijk toezicht op naleving.