Rekeningschema, de bezittingen, eigen kapitaal en schulden

Voor: De IB-ondernemer, die zelf zijn administratie verzorgt.

In het vorige blog behandelden we de opbrengsten- en kostengrootboekrekeningen.
In dit blog gaan we verder met het grootboek, maar nu met de balansgrootboekrekeningen: de bezittingen, het eigen kapitaal en de schulden.

Bezittingen – investeringen
Een investering is een aanschaffing, die in jouw bezit blijft en waarvan de aankoopprijs meer dan
€ 450 bedraagt. Te denken valt aan een auto, computer, machine etc. Maak hierbij onderscheid in:

0120 Gebouwen en terreinen
0130 Machines en installaties
0140 Overige investeringen(inventaris, voertuigen)

Bezittingen – geld – en overige betaalmidddelen (in vakjargon: liquide middelen)
Voor iedere bankrekening maak je een rekeningnummer aan.

Let op! In de meeste boekhoudprogramma’s dien je aan te geven dat dit een betaalmiddel is. Let daarop bij het aanmaken van de rekening.

1000 Betaalrekening
1010 Spaarrekening
1020 Creditcard
1030 Paypal
Etc.

Tip: maak geen kas aan voor cash uitgaven. Maak een grootboekrekening aan voor deze uitgaven (en misschien ontvangsten) en doe alsof je zelf ook een soort bank bent. Dan hoef je geen kasstaten en tellingen bij te houden.
1040 Privé betaald

Bezittingen (vorderingen) – debiteuren
Wordt gebruikt bij het boeken van verkoopfacturen. Op deze rekening wordt het totaalbedrag geboekt dat je van een klant tegoed hebt, dus inclusief eventuele BTW.

Let op! In de meeste boekhoudprogramma’s dien je aan te geven dat dit een debiteurenrekening is. Let daarop bij het aanmaken van de rekening.

1300 Debiteuren

BTW
Vaak geeft een systeem aan hoe je BTW rekeningen moet opmaken, kijk goed naar de verschillende instellingen.
We maken onderscheid tussen te vorderen voorbelasting (BTW die jij betaald hebt aan een leverancier, staat apart vermeld op de inkoopfactuur) en de te betalen belasting (BTW die jij gefactureerd hebt aan de klant). Vervolgens maak je een onderscheid tussen de verschillende tarieven die je nodig hebt (bijvoorbeeld 6% en 21%). In de meeste gevallen kan worden volstaan met het gebruik van de volgende grootboekrekeningen:

1510 Voorbelasting (0%, 6% én 21%)
1520 Te betalen BTW 21%
1590 Betaalde BTW (hierop worden de aan de belastingdienst betaalde BTW bedragen geboekt)

Schulden – eigen kapitaal
Dit is een uitsplitsing van jouw aandeel in de zaak, in feite dus een schuld van de zaak aan jou privé. Deze post bestaat uit jouw winst, jouw stortingen minus jouw opnames.
Wij raden aan de volgende rekeningen te gebruiken:

1400 Kapitaal
1410 Privé opnames
1415 Privé stortingen

Schulden -crediteuren
Wordt gebruikt bij het boeken van inkoopfacturen. Op deze rekening wordt het totaalbedrag geboekt dat je aan een leverancier moet betalen, dus inclusief eventuele BTW.

Let op! In de meeste boekhoudprogramma’s dien je aan te geven dat dit een crediteurenrekening is. Let daarop bij het aanmaken van de rekening.

1600 Crediteuren

Overige aan te maken grootboekrekeningen:
1080 Kruisposten
Hier boek je geld op, dat van de ene zakelijke rekening betaald is aan de andere. Als dan beide rekeningen zijn geboekt, komt deze grootboekrekening weer op nul uit.

2000 Vraagposten
Als je nog niet weet waar je een post op moet boeken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *