Met ingang van 2019 gaat het lage BTW-tarief van 6% naar 9%. Dit heeft gevolgen voor onder meer verkopers van levensmiddelen en boeken, voor schilders en stucadoors, hotels en campings en organisatoren van festivals, concerten en sportevenementen. Zij moeten bepalen of en in hoeverre ze deze verhoging doorbelasten in hun prijzen aan de consument. Kunt u in 2018 vooruit factureren?
Werkgevers: bedrijfsfiets en 30%-regeling
De regeling voor de fiets van de zaak wordt met ingang van 2020 sterk vereenvoudigd. Werknemers met een fiets van de zaak krijgen een vaste bijtelling voor het privégebruik van de fiets. Jaarlijks moeten ze 7% van de adviesprijs van de fiets bij hun inkomen tellen. De regeling geldt ook voor elektrische fietsen.
Ondernemers met een BV
Het meest onverwachte voorstel in de kabinetsplannen treft veel ondernemers met een eigen BV, de DGA’s. Het kabinet wil excessief lenen van de eigen BV ontmoedigen via een rekening courantmaatregel. Leent u meer dan € 500.000 van uw BV, dan gaat u over het meerdere verplicht afrekenen. Hoe pakt dit uit?
Fiscale voorstellen Prinsjesdag
Op Prinsjesdag zijn de fiscale kabinetsplannen in een reeks wetsvoorstellen gepresenteerd. Voor een belangrijk deel gaat het om al eerder aangekondigde maatregelen. Het politieke spel gaat nu beginnen. Rond half december, als de Eerste Kamer over de plannen stemt, weten we definitief hoe de plannen in concrete voorschriften en cijfers gaan uitpakken.
Met bestelauto naar rechter: privégebruik?
Een monteur die elke dag 24 uur oproepbaar is, rijdt in een bestelauto van zijn werkgever. Met ingang van het jaar 2012 gebruikt de monteur de bestelauto niet meer privé. In februari 2013 is er een zitting bij de rechter over het privégebruik in de periode tot en met 2011. De monteur neemt de bestelauto mee naar de zitting om aan te tonen dat deze door aard en inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is voor vervoer van goederen. De Belastingdingdienst vindt dit een privérit en telt over 2013 het autokostenforfait bij. Hierover volgt een nieuwe rechtszaak.
CV-fraude ontdekt: salaris terugbetalen?
Iemand solliciteert op de functie van psychotherapeut. In zijn CV vermeldt hij eerdere functies, opleidingen en lidmaatschappen van beroepsverenigingen. Hij wordt aangenomen, gaat aan de slag, maar functioneert slecht. De werkgever ontdekt forse CV-fraude. Ontslag volgt. Maar de werkgever wil ook het betaalde salaris terug en vernietigt de arbeidsovereenkomst met terugwerkende kracht wegens bedrog. Kan dat?
Fiscus vraagt bewijsstukken na zes jaar
Voor een verbouwing gaat een huiseigenaar in 2007 een extra hypothecaire lening aan van € 93.500. Deze neemt hij in zijn aangifte op als eigenwoningschuld. De Belastingdienst vraagt in 2013, bij controle van de aangifte 2010, bewijs dat de hypotheekverhoging uit 2007 is aangewend voor de eigen woning. Dat kan de eigenaar dan niet meer bewijzen. De aangiften 2010, 2011 en 2012 worden gecorrigeerd. Voor de jaren 2013 – 2015 volgt de Belastingdienst de aangiften weer wel. Wat vindt de rechter hiervan?
Reiskostenvergoeding doorbetalen bij ziekte
Een kwaliteitsmanager werkt acht tot tien uur per week in loondienst. Naast haar salaris ontvangt ze een netto vergoeding van € 160 per maand voor woon-werkverkeer. In de overeenkomst staat dat ze deels thuis kan werken. Feitelijk hoefde ze maar eenmaal per maand op kantoor te zijn. Dan kon ze bovendien met haar man meerijden. Als ze ziek wordt, betaalt de werkgever de vergoeding niet meer. Via de rechter vordert ze betaling.
BTW bewust niet aangegeven en voldaan
Een BV verhuurt een golfbaan aan de exploitant van die baan. De verhuur gaat met BTW. Bij de verhuurder vindt een boekenonderzoek plaats. Uit de administratie ter plekke blijkt dat de BV bijna € 126.000 aan BTW over de verhuur niet heeft aangegeven en voldaan. De huurder heeft overigens deze BTW ook niet in aftrek gebracht. De verhuurder krijgt naheffingsaanslagen met 75% boete en gaat hiertegen in beroep.
Kandidaat zegt op voor eerste werkdag: schadevergoeding?
Een constructeur krijgt een aanlokkelijk aanbod van een concurrent van zijn werkgever. Hij tekent daar op 10 april een arbeidsovereenkomst, ingaande 1 juni. Op 13 april zegt hij zijn huidige arbeidsovereenkomst op. Een goed gesprek volgt en hij krijgt van zijn huidige werkgever een forse loonsverhoging. Hij trekt zijn opzegging in en zegt op 24 april de nog niet ingegane arbeidsovereenkomst bij de concurrent op. Hoe loopt dit af?