Een BV heeft voorlopige aanslagen vennootschapsbelasting 2019 niet betaald. Naast de aanslagen zijn per post herinneringen, aanmaningen en dwangbevelen verstuurd, met de betekeningskosten, € 12.677. De DGA stelt dat zijn financial controller wegens de coronamaatregelen de post op kantoor niet heeft gezien. Hij maakt bezwaar tegen de kosten.
Categoriearchief: Geen categorie
Barbecue werkgever en loonheffingen
Als een werkgever voor zijn werknemers een barbecue organiseert, kan dat gevolgen hebben voor de loonheffingen. In een Handreiking werkt de Belastingdienst twee voorbeelden uit: de barbecue op de werkplek en de barbecue op een externe locatie.
Rapport fiscale regelingen bedrijfsopvolging
Het CPB heeft op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie van Financiën een evaluatie uitgevoerd van de fiscale regelingen rondom bedrijfsopvolging. Het gaat om de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregelingen (DSR). De BOR voorziet in een voorwaardelijke vrijstelling van de schenk- en erfbelasting en de DSR schuiven de heffing van inkomstenbelasting door naar de nieuwe eigenaar en naar een later moment. De vraag is in welke mate de huidige regelingen noodzakelijk, doeltreffend en doelmatig zijn.
Werkgever vergoedt laadpaal bij woning werknemer
De kosten van een laadpaal bij de woning van de werknemer vallen onder de bijtelling als de werkgever een auto ter beschikking heeft gesteld. Voor een werknemer met een eigen auto mag de werkgever maximaal € 0,19 (2023: € 0,21) per zakelijke kilometer onbelast vergoeden. Dit is inclusief de kosten voor de laadpaal.
Bijtelling twee auto’s van eigen BV
Een directeur-grootaandeelhouder (DGA) heeft in 2014 tijdelijk de beschikking over twee auto’s van zijn BV. Alleen over de eerste auto zijn loonheffingen vanwege het privégebruik ingehouden en afgedragen. De Belastingdienst telt privégebruik van de tweede auto bij. Volgens de DGA kan slechts voor één auto een bijtelling worden toegepast, nu hij alleen is en één persoon maar in één auto tegelijk kan rijden. Hoe denkt de rechter hierover en hoe zijn de regels nu?
Voormalig bestuurder aansprakelijk voor belastingschulden VOF
Een ondernemer was het eerste kwartaal 2016 vennoot met onbeperkte bevoegdheid in een vennootschap onder firma (VOF). In oktober 2016 heeft hij zich bij de Kamer van Koophandel laten uitschrijven als vennoot. In 2018 ontvangt de VOF een naheffingsaanslag omzetbelasting over het eerste kwartaal van 2016 van bijna € 60.000 en ruim € 4.000 rente en kosten. Deze aanslag is niet betaald. De ondernemer wordt, evenals de medevennoot, als bestuurder van de VOF aansprakelijk gesteld voor het volledige bedrag. De hoogste rechter oordeelt over de rechtmatigheid.
Fiscale maatregelen voorjaarsnota 2022
De Voorjaarsnota bevat een update van de begroting voor 2022 en de plannen voor 2023 en verder. Voorgesteld wordt om de fiscale lasten met name rond box 2 en box 3 te verzwaren. Wat zijn de plannen en wanneer gaan de nieuwe regels gelden?
Boeterente betaald aan eigen BV niet aftrekbaar
Een BV heeft aan de directeur groot aandeelhouder (DGA) een lening verstrekt voor de financiering van zijn eigen woning. Hij lost tussentijds een deel af, en betaalt conform de leningsovereenkomst ruim € 34.000 boeterente aan zijn BV. De Belastingdienst schrapt de aftrek van de boeterente in de aangifte inkomstenbelasting. Terecht?
Per 28 mei 2022 nieuwe regels online verkoop
Webwinkels en online platforms moeten de klant beschermen. Vanaf 28 mei 2022 gelden daar strengere regels voor. Zo moet het duidelijk zijn wat u online verkoopt, wat de prijs is en welke leveringstermijn van toepassing is. De Kamer van Koophandel (KVK) stelt een checklist beschikbaar waar u kunt controleren aan welke wetten en regels uw online onderneming moet voldoen.
Fiscaal ondernemer met een opdrachtgever
Een man is een klussenbedrijf gestart. In het eerste jaar van zijn onderneming heeft hij slechts één opdrachtgever aan wie hij ruim € 37.000 factureert. Gemiddeld komt er daarna elk jaar wel een opdrachtgever bij. De vraag is of in het startjaar sprake was van fiscaal ondernemerschap met de daaraan verbonden voordelen. De Belastingdienst vindt van niet. Hoe oordeelt de rechter?